amerika2015.reismee.nl

Dag 22: Salt Lake City - Chicago

Chicago

Rond dit tijdstip hadden we al de Atlantische oceaan over moeten zijn en boven Engeland moeten hangen. Je ziet het regelmatig op tv bij die tv programma’s. De hel van iedere reiziger: stranden op een vliegveld en er moeten overnachten. De dag begon zo goed. Lekker een soort van uit kunnen slapen tot half 8. Opfrissen, koffers pakken en naar het vliegveld. Alles verliep zo soepel dat we vanaf de hotelkamer binnen 35 minuten al naar het vliegveld waren gereden, auto ingeleverd, ingecheckt, koffers gedropt en door de douane waren. We waren veel te vroeg dus het lange wachten begon. Met gratis Wi-Fi kwamen we de tijd aardig door.

De eerste vlucht naar Salt Lake City vertrok zelfs al 10 minuten eerder. Een strak blauwe lucht. We zaten gebakken, dachten we! Een uur voor de landing in Chicago meldde de gezagvoerder dat er noodweer boven Chicago hing en dat we 20 minuten later zouden landen. Geen probleem. Later meldde hij dat het noodweer dusdanig was dat het gehele vliegverkeer bij het op twee na grootste vliegveld van de VS gesloten was. We vlogen rondjes zo'n 100 mijl voor Chicago. Echter na verloop van tijd raakte de brandstof op en moesten we toch ergens landen. We landen in Rockfeld, zo’n 130 kilometer buiten Chicago. Hier hebben we getankt en ruim 2 uur stil gestaan. Niemand mocht het vliegtuig uit en het was bloedheet in die kist. De informatie voorziening was karig. We wisten al dat we de aansluiting naar Amsterdam niet meer zouden halen. Het worst case scenario was al in zicht…

Na 2 uur stegen we weer op en 25 minuten later landen we veilig in het zonnige Chicago. Geen druppel hebben we gezien, alles was kurkdroog en de zon scheen volop. Geen idee waarom we vertraging hadden door noodweer? Na de landing stonden we ook nog eens 25 minuten stil op slechts 15 meter van de gate, omdat een ander vliegtuig voor ons de boel blokkeerde. Deze mocht nog niet weg. Eenmaal aan de gate hadden we inmiddels al 3 uur vertraging opgelopen op een 3 uur durende vlucht. 6 uur lang in zo’n kleine warme kist, niet leuk! De chaos werd compleet, omdat we natuurlijk niet de enige waren. We hadden de hoop dat de vlucht naar Amsterdam ook vertraging had opgelopen, maar deze was gewoon op tijd vertrokken.

Er volgde een anderhalf uur durende (als we 10 minuten later waren was het 2,5 uur) bij de United Airlines customer Service. Vanaf hier moesten we naar alternatieven kijken. We raakten wat aan de babbel met medepassagiers die ook gestrand waren. Zo moesten er iemand, die ook in ons vliegtuig zat, nog eerst van Chicago naar Frankfurt en van daaruit nog naar India… Ook een Amerikaans stel wat naar Baltimore moest, binnenlandse vlucht. Alles zat vol tot en met dinsdag. Oftewel, ze moeten 2 dagen hier blijven. Wij komen er nu achteraf nog goed van af. Wij vliegen morgenmiddag om 16:20 uur met een 747 van KLM rechtstreeks naar Amsterdam. We landen maandagochtend om 7:00 uur waarna we direct door kunnen naar de verloskundige in Helmond om half 12.

Eenmaal de nieuwe tickets geregeld, hebben we geen bagage. Deze wordt ook omgeboekt naar onze KLM vlucht morgen. We moesten nu nog een hotel regelen en transport er naar toe. Via een gratis nummer hebben we kunnen bellen naar één van de vele hotels rondom het vliegveld. We moesten bijna 45 minuten wachten voordat we een busje hadden. Het was een chaos en we stonden met honderden mensen te wachten. Het was inmiddels donker, we waren vermoeid en hadden honger. Het restaurant in het hotel sloot om 22:00 uur. Onderweg hebben een aantal medepassagiers gebeld met het hotel om nog een bestelling door te geven zodat we nog wat konden eten. Een behulpzame Amerikaan vroeg ons ook of we nog wat wilden. Met zijn telefoon konden we nog even gauw 2x Fish & Chips doorgeven. Om 22:00 uur waren we ingecheckt en konden we eten. Omdat we al aan de praat waren geraakt met dit Amerikaanse stelletje vroegen ze of ze bij ons mochten zitten aan tafel. We hebben samen onze maaltijd genuttigd in het Cafe en hebben nog bijna 2 uur zitten praten over van alles en nog wat! Er zat ook een jongere vent die bij ons aan tafel schoof die naar Zurich moest waar hij woonde. Hij vertelde ons dat hij een kennis had in Venlo. Ook het Amerikaanse stelletje had vrienden in Friesland. Als je zo met elkaar aan het praten bent zie je hoe klein het wereldje is. Je kan er zo uren over lullen. Was erg gezellig, maar inmiddels is het middernacht en is het bedtijd.

Zodoende hebben we dus onverwacht nog een extra dag in Amerika. Een vermoeiende reisdag welteverstaan en we zijn nog niet eens halverwege. Morgen wordt ook een lange dag waarin we niets kunnen doen als alleen wachten. We hebben geen koffers en dus geen schoon ondergoed of iets dergelijks. Dus we moeten het doen met wat we op dit moment bij ons hebben.

Gelukkig kunnen we hier in het hotel nog douchen voor we weer verder gaan en hebben we een tandenborstel en tandpasta gekregen.

Op hoop van zegen dat morgen alles nog goed komt. Enige pluspuntje is dat we met een ruimere 747 vliegen en met KLM, waar we nog nooit mee hebben gevlogen. Hopelijk bevalt de reis nog comfortabel!

En dan zit het er echt op!

We snakken nu wel naar Home Sweet Home!

Dag 21: Jackson - Salt Lake City

Salt Lake City

Het is klaar. Onze roadtrip USA 2015 heeft zijn einde gevonden… Ons laatste dagje hebben we rustig aan gedaan. Op het gemak en alles op relaxt tempo. We hadden niets meer op het programma. Na een rumoerig nachtje, waarbij onze bovenburen midden in de nacht een hoop herrie aan het maken waren (stampen, douchen, spullen laten vallen) hebben we niet heel geweldig geslapen. Bedden waren prima, maar kamer was heel gehorig. Ik had de wekker om 6:00 uur gezet, omdat ik in de vroege ochtend de zonsopkomst wilde zien op de Grand Tetons bij de schuren van Mormon Row. Ik was dus voor de wekker al wakker en ben om 6:15 uur weggereden. Het was 25 kilometer terug van waar we gister vandaan kwamen. Het was net licht en koud met slechts 7 graden. Onderweg begon net de zon op te komen die de toppen van de Tetons mooi oranje deed oplichten. Maar dit was een kwestie van minuten. Aangekomen bij de Mormon Row was ik niet de enige. Sterker nog, het was een stuk drukker dan gisterenmiddag. Er hadden er meer het idee om foto’s te maken. Het resultaat ging wel. De zon ging schuil achter een dik pak wolken en ook achter de bergtoppen was het zo goed als geheel bewolkt. Maar goed, de geluksfactor moet hier ook een beetje mee zitten. Er raasde wel een hoop bizons langs voor de schuren.

Na ongeveer een half uurtje rond te hebben gehangen ben ik maar terug gereden. Het was fris en Karin lag nog alleen op de kamer. Die vond het maar niks dat ik er alleen op uit was! Terug op de kamer hebben we eerst even in het ontbijtcafe bij het hotel ontbeten. Hierna opgefrist en waren we klaar voor de allerlaatste rit van deze reis. De rit bracht ons 450 kilometer in zuidelijke richting over de US 89. Het was zwaar bewolkt en zelfs bijna donker. We reden een aantal keer aan de rand van fikse buien met onweer vanwaar we net een paar spatjes mee pakte. Pas rond de middag, toen we de “aardappel” staat Idaho in kwamen, klaarde het op. We zijn via diverse Franse plaatsjes, zoals Montpellier, Geneva en Paris langs het azuur blauwe Bear Lake gereden. Hier hebben we onze lunchpauze genomen en gelijk een poging gedaan om online in te checken op United Airlines. We hadden gehoopt weer plekjes met extra beenruimte te kunnen regelen. Maar er was via United helemaal geen enkele andere plek meer beschikbaar. Dus we moeten het doen met wat we hebben. Maakt niet uit we hebben op de heenreis al twee keer geluk gehad bij de nooduitgang. Bovendien vinden we het op de terugreis minder erg.

Via de mooie Logan Pass kwamen we uit in de stad Logan. We zagen best bezienswaardige gebouwen staan, maar het was druk in deze stad en Karin had nog andere plannen… Voorbij Logan moesten we nog één bergpas over. Over de bergpas heen zagen we het Great Salt Lake al liggen. Vanuit hier moesten we nog 100 kilometer zuidelijk over de Interstate 15. Bij één van de vele voorsteden van Salt Lake City, Layton, zijn we naar een shopping mall gereden. Karin wilde heel graag langs het warenhuis Macy’s. Aangezien we deze reis verder nog niet geshopt hadden, kon ik er wel mee leven J. Ruim twee uur hebben we door die winkel gelopen. Karin is nog geslaagd ook! We hebben nog een praatje gemaakt met de zeer vriendelijke kassière, welke het geweldig vond dat we helemaal uit Nederland kwamen. Eenmaal buiten kregen we weer een klap van de snikhete zon: 100 graden Fahrenheit was het, zo’n 38 graden. Vanaf hier hadden we nog 45 kilometer te gaan. Omdat de auto met een volle tank ingeleverd diend te worden, hebben we ook maar gelijk getankt.

Via de drukke snelwegen bij Salt Lake City, waarbij het weer flink opletten was geblazen, arriveerden we tegen half 7 bij ons Hilton hotel bij het vliegveld. We hebben hier ons laatste avondmaal van de reis genomen, heerlijk gegeten! Morgen hoeven we gelukkig niet extreem vroeg op, wat we bij de andere reizen wel gewend waren. We vliegen om 12:40 uur in een vlucht van iets meer dan 3 uur naar Chicago. Daar hebben we 75 minuten om over te stappen naar onze 8½ uur durende vlucht naar Amsterdam. Zondag ochtend rond 09.30 uur plaatselijke tijd landen we weer op Schiphol.
Wel grappig. In 2011, onze eerste Amerika reis begonnen we in New York. We vlogen daarna van Chicago naar Salt Lake City en we eindigden die reis in Los Angeles. Nu zijn we de reis begonnen in Los Angeles en eindigen we in Salt Lake City vanwaar we dus via Chicago terug naar huis vliegen.

We hebben 4820 mijl (ruim 7700 kilometer) afgelegd de afgelopen 22 dagen alles bij elkaar genomen en we hebben in totaal 7 Staten bezocht. Het is mooi geweest! Wij hebben in ieder geval weer enorm genoten. De reis heeft weer onuitwisbare indrukken op ons achtergelaten. Die nemen ze ons niet meer af! Maar na deze drie weken is het ook wel weer fijn om terug naar huis te gaan en onze families en vrienden weer te kunnen zien. We gaan ons mentaal voorbereiden op de jetlag, die gegarandeerd komen gaat, en thuis zeker nog nagenieten van de foto’s en de film.

Iedereen bedankt voor het “meereizen” via onze blog. We hopen dat we jullie een beetje een indruk hebben gekregen van wat we hebben gezien. Bedankt voor jullie reacties en het was ons een genoegen!

Groetjes Rob & Karin & (?)

= = = THE END = = =

Dag 20: Cody - Jackson (Grand Teton)

Jackson, Grand Teton

De op één na laatste dag zit er op! Het iets mindere dagje van gisteren is vandaag ruimschoots gecompenseerd! We hebben vandaag redelijk goed weer gehad, mooie dingen gezien en heerlijk gegeten. We zijn vanochtend om 7:00 uur opgestaan. We hadden geen ontbijt bij onze Cabins. We hebben op de kamer maar even snel wat broodjes en yoghurt gegeten. Om 8:15 uur zijn we gaan rijden, wat vroeger dan de laatste dagen. We zijn de US 14 in westelijke richting opgereden vanuit Cody. Deze mooie weg bracht ons na ongeveer 10 kilometer bij de Buffalo Bill Dam. Deze 110 meter hoge betonnen boog dam ligt midden in de Shoshone Rivier. De stuwdam is vernoemd naar William ‘Buffalo Bill’ Cody, de stichter van het stadje Cody. We keken vanuit hier dus 110 meter diep een ravijn in. Best hoog kan ik jullie vertellen!

In het lekkere zonnetje reden we verder richting Yellowstone, langs het prachtige Buffalo Bill Reservoir. Dit is een groot meer waar al het water van de Shoshone Rivier, welke vanuit Yellowstone komt, wordt opgevangen voor de dam.
Door werkzaamheden hebben we ruim 20-30 minuten vertraging gehad. Na de werkzaamheden zijn we nog gestopt bij Smiths Mansion. Dit vreemde en half afgemaakte verlaten huis konden we helaas niet van dichtbij bekijken. Er stonden bordjes langs de gravelweg waarop stond dat er fikse boetes op stonden als we er toch voorbij reden. Hebben we dan ook maar niet gedaan maar volgens mij had het achteraf geen kwaad gekund.

Via de schitterende US 14 reden we na een verloop van tijd Yellowstone binnen via de oostkant. Dit stuk weg hadden we in 2013 niet gereden en duurde dan ook nog 40 kilometer tot aan de Yellowstone Loop Drive. Op deze weg was het al enorm druk met campers en auto’s. Yellowstone is veruit het drukste park wat we deze reis gezien hebben. Het is immens populair. We reden via een aantal bergpassen richting het Yellowstone Lake wat we van hoog al zagen liggen. Al moesten we nog 175 kilometer rijden, we zagen de ruim 4000 meter hoge Teton bergen al liggen in de verre verte. De heuvels en bergen in dit gedeelte van Yellowstone waren niet groen. Er stonden enkel verbrande houten kaarsrechte boomstammen in het geelachtige gras. Het viel ons in 2013 ook al op dat er zoveel bomen verbrand en afgestorven zijn. Dit is nog steeds het zichtbare gevolg na de vuurstormen die Yellowstone in 1988 teisterde. Letterlijk tientallen miljoenen bomen zijn toen in vlammen opgegaan. 3200 vierkante kilometer, 36% van het totale oppervlak van het park, is toen verloren gegaan. Onvoorstelbaar. De gevolgen zijn dus nog goed zichtbaar.

We hebben niet al te veel tijd besteed aan Yellowstone, omdat we hier twee jaar terug al drie dagen hebben doorgebracht. De rotte eierlucht (zwavel) was op sommige plekken vanuit de auto weer goed te ruiken. We wilden nog wel even een stop maken bij de West Thumb Geyser Basin om toch nog even een klein stukje te proeven van de geisers en heetwaterbronnen. Er was werkelijk geen enkele parkeerplek meer te krijgen. Auto’s reden stapvoets achter elkaar om een plek te zoeken. We hadden weinig zin om hier een hoop tijd te verliezen terwijl we het toch al eens gezien hadden. Jammer, maar we gingen door richting het Grand Teton National Park, wat nagenoeg aan Yellowstone grenst.

Ook in Grand Teton zijn we in 2013 al geweest, echter door het korte bezoek wat we daar hadden, hebben we niet alles kunnen zien wat we wilden. We hebben toen alleen de noordelijke route (Teton Park Road) vanuit Teton Village gereden en hebben toen het Jenny Lake / Hidden Falls / Jackson Lake bezocht. Nu was het tijd voor de zuidelijke route (Highway). Onze eerste stop was bij de Oxbow Bend. Vanuit hier keken we al met een fantastisch zicht op deze machtige en deels besneeuwde bergtoppen. Met de blauwe lucht, witte wolkjes en zeer groene omgeving zag de dag er vandaag al een stuk kleurrijker uit dan bijvoorbeeld gisteren. Zo bewijst dit land zich maar weer eens hoe groot de contrast verschillen in relatief korte afstand kunnen zijn… Het verveelt nooit in ieder geval!

Onze volgende stop was de Snake River Overlook. Vanuit hier heb je een van de beste uitzichten op de Teton Range. Geweldig om deze bergen nu eens van deze kant te zien. Na even heerlijk van het uitzicht te hebben genoten, hebben we nog wat andere stops gehad. Maar het mooiste was toch wel Schwabacher Landing. Deze onbekende weg staat vanuit de Highway niet aangegeven. Deze 1 mijl lange doodlopende gravelweg stuurde ons vanuit de Highway een stukje naar beneden. Bij het eindpunt was er een parkeerplaats waar maar weinig auto’s stonden in vergelijking met de rest van de stops in het park. Na een korte trail langs de kabelende beekjes kwamen we bij een klein meertje met stilstaand water uit. Hier hadden we een fenomenaal zicht op de 4200 meter hoge Grand Teton. Het schilderachtige plaatje kwam zo van een ansichtkaart of van zo’n ouderwetse puzzel. Helaas vond een vogel het nodig om mijn schouder onder te schijten. Ik voelde hem vallen… Met wat geplukt gras en water maar gauw even schoongemaakt J Ook zaten er hier letterlijk duizenden muggen! Een lange broek was hier wat veiliger geweest. Morgen weet ik wat de schade is, maar vermoed zeker wel een aantal keer geprikt te zijn. Eerst moesten ze Karin altijd hebben, maar misschien omdat ze zwanger is lusten de muggen haar bloed niet meer. Nu ben ik de pineut. In de eerste week van de reis had ik overigens ook al 11 bulten.

Na Schwabacher Landing zijn we terug omhoog gereden naar de Highway en direct volgde de afslag met de Antelope Flats Road. Deze weg bracht ons na enkele kilometers bij de Mormon Row. Langs deze vier kilometer lange gravelweg staan een aantal oude schuren. De twee meest bekende zijn de T.A. Moulton Barn en de John Moulton Barn. Dit zijn de twee meest gefotografeerde schuren ter wereld. Ook hier weer plaatjes welke zo op een ansichtkaart kunnen. Helaas was het wel wat heiig waardoor de Grand Tetons niet helemaal helder zichtbaar waren. Evengoed was het leuk hier wat vrij rond te lopen. De omgeving is onwaarschijnlijk mooi. We zijn de Mormon Row helemaal afgereden en kwamen halverwege nog diverse kuddes bizons tegen. Wat een enorme prachtbeesten zijn het toch. Mooi om deze beesten te zien grazen met de Grand Tetons op de achtergrond.

Omstreeks 17:00 uur kwamen we aan in ons gezellige hotel, The Painted Buffalo in Jackson. Het vriendelijke personeel wees ons in welk blok we zaten. Na de spullen gedropt te hebben, zijn we richting Jackson Hole gelopen, 1 mijl verderop. We hebben weer heel lekker gegeten, de perfecte afsluiting van een geweldige dag weer. Ook deze is er één voor in de boeken.

Helaas hebben we met deze dag dan ook wel ons laatste hoogtepunt van deze reis gehad. Morgen volgt de 450 kilometer lange rit naar Salt Lake City, onze allerlaatste eindbestemming van deze rondreis. We gaan morgen evengoed op tijd weg en rijden dan op ons gemak, zoveel mogelijk binnendoor, naar de hoofdstad van de staat Utah. Wie weet zien we morgen nog een aantal onverwachte verassingen… Tot morgen, waarbij we voor de laatste dag verslag doen uit de VS.

Dag 19: Buffalo - Cody

Cody

We hebben allemaal wel eens een dag in de vakantie dat het net even allemaal wat minder is. Vandaag hadden we zo’n dag. Zo dramatisch is dat overigens niet hoor, we hebben al veel mooie dagen gehad! Vanochtend zijn we na het ontbijt weggereden uit Buffalo. We konden via twee wegen, een noordelijke kant en een zuidelijke kant. Wij hebben gekozen voor de noordelijke kant. Via 50 kilometer Interstate moesten we weer de US 14 volgen richting de bergen. Hier begon het Bighorn National Forest. Via slingerwegen moesten we weer een behoorlijke klim maken. Bijna boven namen we even een korte pauze om van het laatste zonnetje en uitzicht te genieten. Verder de bergen in was het weer helemaal bewolkt. Via een mooie weg reden we naar onze stop bij de Shell Falls. Deze watervallen lagen naast de doorgaande weg en via wat aangelegde paden en trappen konden we ze mooi zien. De 36 meter hoge waterval stortte zich in de Shell Canyon, waar we vanaf het uitzichtpunt de diepte in keken.

Na een stop van een half uurtje zijn we verder gaan rijden. We reden bergafwaarts naast deze Shell Creek. De omgeving was hier wat kil. De kale rotsen met veelal dode bomen en de grijze lucht vormde hier ons beeld. Eenmaal beneden reden we via een relatief saaie en rechte weg naar Cody. De rit vandaag was niet zo lang en bedroeg maar 285 kilometer, waardoor we ook rond 14:00 uur al in Cody arriveerden. Ons hotel zat op een plek genaamd Buffalo Village, maar er stond verder geen naam bij. We gingen eerst bij twee hotels op dit terrein naar binnen waar we achteraf niet hoorden te zijn. Bij de derde en laatste mogelijkheid was het bingo. Hier waren onze namen wel bekend. We zitten weer in een klein huisje (Cabin), maar dan een stuk primitiever dan degene die we in Bluff hadden.

Omdat we allebei even suf waren, hebben we even een middagdutje gedaan. We waren er op de een of andere manier allebei aan toe en we hebben tenslotte vakantie. Moet kunnen dachten we! We zijn rond 16:30 uur het stadje Cody gaan verkennen. Het is ook hier werkelijk één en al toeristen. Er komen hier veel mensen die o.a. op doorreis zijn naar Yellowstone National Park. Ook hier nu behoorlijk wat motorrijders. We zijn de Sheridan Avenue (hoofdstraat) een stuk doorgelopen en we hebben nog een shootout acteerstuk mogen aanschouwen. Diegene die we in Deadwood hadden gemist… Het was erg druk bij deze saloon, welke tevens een hotel en restaurant was. We moesten nog 25 minuten wachten voordat het begon en alle mogelijke stoelen waren reeds verkocht of gereserveerd. We hebben uiteraard wel gewacht tot de act van start ging. Op een typische Amerikaanse wijze vond er eerst een intro plaats met de nodigde humor, gevolgd door het volkslied, wat door de Amerikanen zelf weer werd meegezongen. Het acteerstuk zelf was geinig, maar erg slecht en typisch overdreven geacteerd. De geweerschoten klonken wel echt hard en het publiek, waaronder wij zelf, schrokken toch een aantal keer flink.

Na dit toneelstukje wilden we een restaurantje opzoeken. Dat ging ook niet zonder slag of stoot. Het was zo enorm druk overal. Bij de eerste drie restaurants waar we naar binnen liepen, stonden rijen en bedroeg de wachttijd iedere keer zo’n 45 minuten. Daar hadden we weinig zin. We hebben uiteindelijk toch wat gevonden maar dat bleek ook geen top tent. De keuken kon de drukte niet aan, waardoor menig bezoeker wat geïrriteerd raakte. Toen we na lang wachten eindelijk ons eten opgediend kregen, wat overigens niets bijzonders was, zijn we terug gelopen naar het hotel. We hadden nog wel een live rodeo show willen zien vanavond, maar dit zat er niet meer in. Bovendien heeft Karin even een slecht dagje met de gesteldheid.

Kortom, het was een prima relaxt tussendoor dagje zonder bijzonderheden. Maar we laten ons niet kisten door dit ene “mindere” dagje, want we hebben de andere dagen (soms op het weer na) geweldige belevenissen gehad. Cody is in ieder geval bij ons niet helemaal in de smaak gevallen. Morgen volgt de op één na laatste rit. Via het prachtige Yellowstone National Park, waar we in 2013 drie dagen verbleven, rijden we naar ons overnachtingsadres in Jackson, in het Grand Teton National Park. Morgen hebben we op de route in ieder geval wel weer het een en ander staan. Dus hopelijk morgen een iets boeiender verhaal en wat meer plaatjes.

Wij gaan vanavond lekker op tijd naar bed en we laten morgen weer van ons horen.

Dag 18: Custer - Buffalo

Buffalo (Wyoming)

De laatste dagen gaan harder en harder! We zijn inmiddels aangekomen op ons overnachtingsadres in Buffalo, Wyoming. We hebben een lekker relaxt dagje gehad waarbij we alles op het gemak hebben gedaan. Er stond vandaag een rit van 420 kilometer voor de boeg. We gingen pas redelijk laat uit bed. We hebben buiten in de frisse maar lekkere ochtendzon ontbeten. Even lekker wakker worden. Overdag is de temperatuur lekker, maar de nachten in de Black Hills kunnen vrij fris tot koud zijn, zelfs in deze tijd. We zijn pas rond 9:00 uur gaan rijden. We hebben eerst in Custer de wagen weer even volgegooid en zijn daarna vertrokken. Eerst even een korte stop bij Mount Rushmore, omdat het prachtig weer was en de hoofden in de ochtend het mooist zouden zijn. Dit was inderdaad het geval. We hadden ze niet eerder zo mooi gezien.

We zijn hierna verder gereden noordwaarts door de mooie Black Hills richting het historisch stadje Deadwood. Dit plaatsje heeft een roemruchtige en lange geschiedenis als goudzoekers plaatsje in het Wilde Westen. En uiteraard heeft de persoonlijkheid ‘Wild Bill Hickok’ ook een legendarische reputatie hier. Veel Western verhalen zijn geïnspireerd op de verhalen over hem, zoals duels op een marktplein en schietpartijen na aanleiding van een potje poker. Er komen hier jaarlijks ook veel toeristen op af. Nog altijd is bij Saloon #10 dagelijks een act te zien waarbij de toeristen getuige zijn van een shootout waarbij deze Wild Bill Hickok wordt neergeschoten. We zouden graag getuige zijn geweest, maar we zagen bij het informatiecentrum dat deze pas in de avond zou plaatsvinden, jammer! Het stadje blies aan alle kanten historie uit, maar we hebben hier slechts een vluchtige stop gemaakt van ongeveer anderhalf uur. Er is ook een gelijknamige TV serie over Deadwood over de goudkoorts aan het eind van de 19e eeuw. De serie staat al enige tijd op mijn verlanglijstje, maar is misschien juist nu des te leuker om te kijken.

Via een kleine omweg zijn we naar onze volgende stop gereden, de Roughlock Falls. Via de schitterende Scenic Byway US 14A, reden wel langs de Spearfish Creek. Na een klein stukje gravelweg van 1 mijl kwamen we aan bij de watervallen. Via een mooi aangelegd pad liepen we naar beneden. Langs het pad liep het glasheldere water al in mooie stromen naar de waterval toe. Eenmaal beneden zagen we de watervalletjes mooi te liggen. Ze zijn niet heel groot en er is ook geen sprake van een vrije val. Maar ze waren evengoed de moeite waard om een stukje voor om te rijden. Het was heerlijk weer en we hebben lekker een half uurtje de beentjes gestrekt en gelijktijdig onze lunchpauze gehouden.

We zijn verder gereden over de mooie weg langs de Spearfish Creek. We reden licht bergafwaarts zo’n 35 kilometer langs de Spearfish Creek naar beneden. Mooie route met zo nu en dan hele mooie plaatjes op de stromende kreek. De weg eindigde in de gelijknamige plaats, vanwaar we de Interstate 90 in westelijke richting op zouden rijden. Na 50 kilometer moesten we er weer af voor onze volgende bezienswaardigheid: Devils Tower National Monument. Via een rustige provinciale weg reden we weer door het heuvelachtige, met zo nu en dan beboste, grasland heen. We zagen vele hooibalen en koeien langs de weg in de heuvels. Na zo’n half uur rijden zagen we op zo’n 20 kilometer afstand de kolossale Devils Tower liggen. Hij leek van een afstandje misschien niet eens zo groot, maar het duurde toch een tijdje voor we echt dichtbij waren. Via onze parkenpas mochten we dit Nationaal Monument betreden. Een weg van drie kilometer bracht ons bij het eindpunt en tevens het Visitor Center van Devils Tower. Vanuit hier konden we diverse trails lopen. Wij hebben de “circle” trail van 2 kilometer gelopen, welke 360 graden om de Devils Tower liep. Het was erg druk, maar een heerlijk stukje lopen tussen de lekker ruikende dennenbomen door. De Devils Tower is een imposante monoliet van liefst 386 meter hoog welke zich kenmerkt door de lange hoge gesteende kolommen. Ook deze stop was zeer zeker de moeite waard.

Het was inmiddels al 16:30 uur en we waren in kilometers pas op de helft. We hadden nog ruim 210 kilometer te gaan, maar de dingen die we wilden zien, hadden we in ieder geval vandaag allemaal kunnen zien. De weg vervolgde weer een stuk van 40 kilometer over de prairie lands waarna we de laatste 160 kilometer over de Interstate 90 naar Buffalo zijn gereden. Toen we waren ingecheckt in ons Holiday Inn hotel, was het ook mooi etenstijd. We hebben in een steakhouse weer genoten van heerlijke Amerikaanse Steak / Kip! Dag 18 ook weer een feit.

Morgen slapen we uit en rijden we verder westwaarts naar onze volgende bestemming Cody. We hebben morgen weinig op het programma. Er is in Cody zelf wel het een en ander te doen en we stoppen onderweg bij de Shell Falls, welke ook niet onaardig lijken te zijn. We zullen zien. We doen het in ieder geval weer relaxt en rustig aan! Tot morgen weer.

Dag 17: Badlands National Park

Badlands National Park

Vandaag hebben we weer een grandioos mooie dag gehad. We zijn rond half 9 gaan rijden. We hebben nog een gedeelte van de Needles Highway gereden, waar we gister alleen maar regen hadden. Gelukkig hadden we nu goed weer waardoor de hele beleving van deze weg weer anders is. We vonden hem gister al mooi, maar nu was hij des te mooier! We hebben de eerste stop gemaakt bij Needles Eye, deze rots lijkt wat op een zijwaartse natuurbrug in de vorm van, het woord zegt het al, een speldenoog. En zo zag het er ook echt uit. Ongelooflijk ook weer hoe dit zo door de natuur is gemaakt.

Via de éénbaans tunnels zijn we richting de Iron Mountain Road gereden welke we nu een gedeelte in tegengestelde richting van gisteren hebben gereden. Ook dit was geen straf om voor de tweede keer te rijden. Via deze weg, die op een achtbaan leek, reden we richting Keystone waarbij we nog even gauw Mount Rushmore wilde aandoen. Dikke wolken schaarde zich alweer achter de 4 koppen. Morgenochtend dan nog maar een derde en laatste poging als we naar onze volgende bestemming rijden. Na een korte stop bij Mount Rushmore zijn we vanuit daar naar Rapid City gereden. Hier hebben we bij Wallmart alvast wat inkopen gedaan voor morgen en bij de Subway nog een lekker broodje gegeten. We deden alles op het gemakkie, omdat we juist wat later in de middag de Badlands wilde doen. Als de zon wat lager staat, komen de kleuren mooier tot z´n recht.

Vanaf Rapid City was het nog bijna 100 kilometer tot aan de ingang van het park. Via de Interstate 90 zijn we 80 kilometer oostwaarts gereden tot aan het dorpje Wall. Dit dorp stelt verder weinig voor, maar staat bekend om zijn grote Drug Store. (Nee, geen drugs winkel maar Drug Store staat hier gewoon voor “warenhuis/winkel/drogisterij”). Alle winkels bij elkaar opereren onder een enkele eenheid in plaats van allemaal losse winkels. Alle winkels staan ook met elkaar in open verbinding. Restaurantjes, souvenirwinkeltjes, schoenenwinkels, kledingwinkels etc. etc. Het lijkt net een bazaar maar dan op zijn Amerikaans. Dit dorpje, wat eigenlijk in niemandslands ligt, trekt per jaar, door deze Drug Store, zo’n 2 miljoen bezoekers. Je kunt hier gratis ijswater drinken. Koffie, voor nog altijd het symbolische bedrag van 5 cent. Verder hangt er nog een hele historie aan wat te lang is om nu te vertellen, maar je kunt het opzoeken (Wall Drugstore).

We reden na onze stop in Wall rond 13:30 uur het Badlands National Park in. Aan het begin zagen we grote open gras prairies met mooie groen / gele velden. Het park heeft nog best een redelijke oppervlakte. De verharde hoofdweg door het park is zo’n 40 kilometer lang welke ons langs tal van mooie punten leidde. Bij onze eerste stop, Pinnacles Overlook, hadden we alweer het zoveelste wauw moment te pakken van deze reis. Het is onbeschrijfbaar en ook onmogelijk om zo’n park als dit weer te vergelijken met één van de andere parken. Het is niet mooier of het mooiste, nee het is ook een van de geweldige hoogtepunten van deze reis, die we alweer veel hebben gehad! De rotsformaties (Badlands) waren niet geheel nieuw voor ons. We zagen eerder al kleine voorproefjes bij Little Painted Desert in Arizona en bij Petrified Forest. Badlands National Park is eigenlijk van beide in het kwadraat. Groter en mooier.

Via diverse stops zijn we naar het eind van de weg gereden waarbij we nog even gestopt zijn bij het Visitor Center. Hierna zijn we naar het laatste punt gereden: Big Badlands Overlook. Ook hier weer een adembenemend uitzicht over die geweldige vormen en kleuren. Het was inmiddels al 17:00 uur en we moesten vanuit dit punt nog 210 kilometer terug naar ons hotel. Maar we wilden nog meer zien en besloten dezelfde weg terug te rijden tot bijna de uitgang van het park. Daar lag nog een 40 kilometer lange gravel weg, Sage Creek Rim Road, waarbij ook nog diverse uitkijkpunten lagen. Met de helderblauwe hemel en laagstaande zon was dit een heerlijke weg om te rijden. En we konden weer twee dieren van onze Wildlife bucketlist afstrepen. We zagen hier namelijk een heleboel Bighorn Sheeps, deze grote schapen hebben prachtig gevormde hoorns. Geweldig om deze beesten in het wild te zien in de prairies met de laagstaande zon en de Badlands op de achtergrond. Ook zagen we hier de zogenoemde Prairie Dogs. Dit zijn geen honden, maar een soort eekhoorntjes. Omdat de zon aan het zakken was, zagen we ineens naast de weg in de graslanden echt letterlijk honderden van deze beestjes boven de grond komen, uit een soort molshoop. Ze zijn heel erg schuw, maar we hebben er genoeg gezien! Ook bizons waren er in grote aantallen aanwezig.

Het was inmiddels al 18:30 uur geweest en we moesten nog zo’n twee uur rijden. Ik vond het niet prettig, vanwege de tijd, om die gravelweg, welke op dat moment nog ruim 30 kilometer duurde, af te rijden. We hebben toen ook de enige afslag die aan deze weg lag genomen om zodoende weer na een poos op de verharde weg uit te komen vlakbij het plaatsje Wall, waar we de Interstate weer op zijn gereden. Het was heerlijk rustig op de weg en met heerlijke classic hits in de auto reden we met de laagstaande zon pal voor onze neus weer richting de Black Hills. Met de blauw/oranje gekleurde heldere hemel reden we via Rapid City terug door de Black Hills terug naar Custer, waar we pas om 20:30 uur arriveerden. We hadden inmiddels behoorlijke trek gekregen en hebben een beschaafd portie gegeten in een restaurant hier vlakbij het hotel.

Zodoende kunnen we dus weer een dag afstrepen van deze onvergetelijke reis. Het was een lange dag, maar wel weer eentje voor in de boeken. Veel gezien, mooie routes gereden en goed weer gehad. Morgenochtend vangen we een laatste glimp op van deze mooie regio en zullen via de noordelijke Black Hills eerst het Historische Western stadje Deadwood gaan bezoeken. Vervolgens zullen we via Devils Tower in westelijke richting naar onze bestemming Buffalo afreizen, waarbij we weer terugkeren naar de staat Wyoming. Met nog 5 nachtjes slapen begint het toch al echt op te schieten helaas…

Dag 16: Custer State Park

Custer State Park

Vandaag hebben we toch wel een van de mooiste State Parken gezien die we ooit bezocht hebben. Het bewijst ook maar weer dat zo’n park als dit niet onder hoeft te doen voor de grotere bekende Nationale Parken. Vanmorgen konden we beide lastig uit bed komen. Het was gister dan ook wat later geworden dan gebruikelijk wegens het bezoek aan Mount Rushmore. Na het ontbijt zijn we gelijk gaan rijden. We hadden weer een mooie blauwe lucht! We zouden vandaag het Custer State Park doorkruisen waarbij je diverse “loops” kunt rijden. We hebben 1 loop gereden welke 110 km lang is plus nog wat stukken van andere loops. Dat is vrij kort zou je denken, maar als je je bedenkt dat je het grootste gedeelte van deze weg maar maximaal 40 tot 50 km/h kunt rijden en diverse stops hebt, ben je toch wel even zoet. We hebben deze reis nog niet eerder zoveel bochten in wegen gehad. De loop bestond uit drie hoofdgedeeltes: Wild Life Road, Needles Highway en de Iron Mountain Road.

Onze eerste stop vanochtend was bij het prachtige Sylvan Lake. Aan een steiger lagen diverse kano’s en waterfietsen. Op en rondom het meer zijn er meerdere activiteiten te doen. Voornamelijk komen hier dan ook kampeerders. We hebben een trail gelopen helemaal rondom het meer. Halverwege nam de bewolking toe en binnen een roef en een zucht was het weer zo goed als grijs. Erg jammer want dit veranderde gelijk de gehele entourage van deze hele mooie en groene omgeving.

We zijn na ongeveer een goed uur rond te hebben gelopen weer ingestapt en verder gaan rijden richting de Wildlife Road. Met een dreigende lucht hoopten we dat we het droog zouden houden. We hebben eerst nog een stop gemaakt naar het hoger gelegen Mount Coolidge Tower. Via een gravelweg reden we steeds hoger en reden we op een goed ogenblik de mist in. Eenmaal boven bij de toren aangekomen zagen we niet verder dan 100 meter, oftewel deze afslag was nutteloos op dit moment, er was geen uitzicht te bekennen en het was maar frisjes (59 graden Fahrenheit / 15 graden). Gauw weer terug naar beneden en onze weg vervolgd naar het eerste gedeelte van de ronde: Wildlife Road.

Toen we op de Wildlife Road reden, hadden we echt het gevoel alsof we op Safari waren. De weg had geen markeringen en we reden echt pal door de natuur en wildernis heen. We hebben niet veel verschillende soorten wildlife gezien. Eerste wat we zagen waren een aantal ezels welke de weg blokkeerden. Eigenwijs als dat ze waren bleven ze ook gewoon staan en stonden ze je aan te kijken van “wat moet je nou”. Met de raam open wilden we wat foto’s maken, maar toen er een ezel op onze auto af liep en zijn kop naar binnen wilde steken deden we toch maar gauw weer de raam dicht. Een stukje verderop zagen we ook een hoop motorrijders langs de kant staan om de ezels te aaien. Dit hebben wij niet gedaan, maar zijn wel even uitgestapt om te kijken. Verder hebben we behoorlijk wat hertjes gezien en zijn we nog een gravelweg ingeslagen waarbij we kuddes buffalo’s hebben gezien. Dit zijn toch ook wel grote indrukwekkende beesten, net zoals de bizons die we in Yellowstone zagen.

Op het einde van de Wildlife Road zijn we richting de Needles Highway gereden. We hebben eerst geluncht en een sanitair stop gemaakt bij the Blackhills Playhouse. Dit is een van de oudste zomer theaters van de VS. Er was een theatervoorstelling van Shrek. Een hoop ouderen, opa’s en oma’s met hun kleinkinderen stonden te popelen om naar binnen te mogen. Het werd al snel druk dus we zijn gauw weer verder gaan rijden over de Needles Highway. Dit was toch wel de meest spectaculaire weg van vandaag en ook zeker wel één van de mooiste van deze reis. Helaas begon het te regenen, en niet zo heel zachtjes ook. Het kwam er echt met bakken tegelijk uit en het zicht was net zo min als met dichte mist. Stapvoets reden we de bochtige weg omhoog richting de Needles en de Cathedral Spires waarbij het water in stroompjes de weg af liep. Deze “naaldachtige” rotsen zien er dan ook weer heel uniek en prachtig uit. Maar omdat het weer dus weer niet mee zat zoals bij onze laatste “Needles” in de Canyonlands, konden we dus ook maar een kleine glimp opvangen. Omdat dit niet zo ver is van onze verblijfplaats Custer, gaan we hier dan ook zeker morgenochtend even terug in de hoop op wat zonniger en droger weer.

Via de Needles Highyway reden we door een aantal éénbaans rots tunnels richting de kruising waarbij we weer op de weg zouden uitkomen die ons via Mount Rushmore naar het laatste gedeelte van de “Loop” zou brengen. Onderweg nog bij een mooi punt gestopt waarbij ik voor het eerst een slang zag. Springend en met jeuk over m’n hele lichaam rende ik terug naar de auto. Ik wist geeneens wat voor slang het was, ratelslangen komen hier wel voor en zijn een van de meest gevaarlijkste slangen ter wereld. Maar het liet me niet weerhouden een tweede poging te wagen. Bij Mount Rushmore zijn we uiteraard gestopt. We wilden de hoofden ook in het natuurlijke licht zien. Ook hier was het weer druk met mensenmassa’s. Maar ook hier willen we morgenochtend nog even snel stoppen (We komen er immers weer langs en we hebben nog onze parkeerkaart die de rest van het jaar geldig is.) om te kijken of we die koppen met een blauwe lucht kunnen zien, zoals ook te zien is op de omslagfoto van onze blog. Het was inmiddels wel droog geworden maar nog steeds bewolkt.

Net voor het toeristische dorp Keystone zijn we het laatste gedeelte van de ronde ingeslagen. De Iron Mountain Road. Ook weer een geweldige route waarbij we in een soort van rollercoaster achtige weg door de mooie groene natuur reden. Ook hier weer veel bochten en een aantal natuurtunnels, waarbij één natuurtunnel toch wel uitblonk, de C.C. Gideon tunnel. Voordat je de korte éénbaans tunnel in ging zag je aan het uiteinde niet meer dan wat licht en tegenliggers die aan het wachten waren. Op het eind van de tunnel zag je in een vrij gezichtsveld tussen de bossen door van een aantal kilometer afstand de vier koppen van Mount Rushmore. Heel erg gaaf gemaakt! Gauw genoeg maakten we een stop bij een druk viewpoint waarbij we ook nog een mooi uitzicht hadden over de heuvels en bergjes van de Black Hills met ook in de verte weer Mount Rushmore zichtbaar. Hier werd het gelukkig ook weer zonniger en klaarde het eindelijk weer goed op.

Via de mooie weg zijn we terug gereden naar ons hotel in Custer waar we vlakbij het hotel lekker hebben gegeten. Voor de eerste keer Steak deze vakantie, heerlijk mals dat ie was! Karin had een “senioren gerecht” genomen zodat de porties wat kleiner zijn. Ze had niet zo’n trek, dus dit was een perfect portie voor haar en de Kip Teryaki smaakte uitstekend! Na het eten wilden we nog een bezoek brengen aan Crazy Horse Memorial. We vinden op zulk soort reizen niet gauw iets zonde, maar dit vonden we pure oplichterij. Met een toegangsprijs van 11 dollar per persoon kwamen we uit op een parkeerplaats welke nog op ruim 2 kilometer afstand lag van het Memorial. Er lag alleen een groot museum, souvenirwinkel en een restaurant. Je kon dan wel met een oude gele schoolbus nog 1 mijl dichterbij komen. De bus ging eens per 30 minuten, maar dit zat nog niet bij onze 22 betaalde dollars inbegrepen. Er kwam nog even 8 dollar bij. Na kaartjes voor de laatste busrit van 19:30 uur te hebben gekocht, namen we plaats op een bankje waar we tijdens de laatste zonnestralen aan het wachten waren op de bus. Toen de bus eenmaal aan kwam om de mensen voor ons er uit te laten, stapte de chauffeur uit en gaf doodleuk aan dat de rit niet doorging wegens “onweer” wat er aan kwam. Er zat net zo min onweer in de lucht als in m’n hakken, maar goed we hebben ons geld teruggevraagd en zijn dan ook teruggereden naar ons hotel. Vind het ook niet eens de moeite waard te vermelden wat Crazy Horse Memorial nou precies is, behalve het feit dat dit Memorial nog lang niet af is en waarschijnlijk over 25 jaar ook nog niet eens… Nee, dit was weggegooid geld. Hoort er soms ook bij.

Vandaag, op een gedeelte van het slechte weer na, wel weer een hele mooie dag gehad en weer genoten van alle mooie dingen die we gezien hebben. Prachtige omgeving en iedereen die ooit nog eens plannen heeft een rondreis door de VS te maken, probeer deze omgeving er zeker bij te doen want het is echt de moeite! Morgen staat Badlands National Park op het programma. Ligt weliswaar buiten deze regio maar is in principe prima te doen. In zijn totaal zal de ronde morgen zo’n 300 tot 350 kilometer in beslag gaan nemen. We zijn erg benieuwd naar dit park!

To be continued…

Dag 15: Cheyenne - Custer

Custer

De derde en laatste week van de reis is begonnen. We zitten nu 950 kilometer noordelijker dan we twee dagen terug zaten. De omgeving hier is ook weer anders. We zijn vanmorgen rond 8:30 uur weggereden uit Cheyenne nadat we even vluchtig hadden ontbeten. Vanuit Cheyenne draaiden we vanaf het hotel gelijk de Interstate op, welke we 175 kilometer moesten volgen. In deze 175 kilometer was het beeld heel eentonig. Lange rechte stukken snelweg met hier en daar een heuveltje en aan beide kanten vergeeld gras. Eigenlijk het “saaiste” stuk weg van de inmiddels al zo’n 4500 gereden kilometers.

Bij het plaatsje Orin verlieten we de snelweg en hadden we weer een éénbaans weg. Vanaf dit stuk tot aan ons hotel hebben we letterlijk honderden motorrijders gezien! Volgens mij waren er ook diverse georganiseerde motortoeren. Ook hier was het landschap eentonig en niets aparts. We reden langs een spoorlijn waar we kilometers lange goederen treinen zagen. Tegen de klok van 11:30 uur hadden we al flink wat kilometers gevreten en de auto had er al zo’n 670 mijl opzitten en begon aardige dorst te krijgen. Bij het plaatsje Lusk zat slechts één tankstation waar op dat moment tientallen motoren nog stonden te wachten op hun tankbeurt. Daar had ik geen zin in en we besloten de eerst volgende pomp te nemen…

Na weer lange stukken rechte weg in niemandsland kwam er maar geen volgend stadje of dorpje. De auto stond inmiddels in het reserve en op het display verscheen “low fuel”. Met wat aangepaste snelheid hoopten we dat we snel wat zouden vinden. Met nog 60 mijl te gaan op de rangemeter raakte ik niet gauw in paniek, maar naast me zat er een die had het er niet op! Gelukkig zagen we bij het plaatsje Edgemont een grote paal met daarop CONOCO! Toch een opluchting dat we een pomp gevonden hadden. Na 720 mijl gereden te hebben, ging er dan ook 18 gallons (bijna 70 liter) in. Met een vers gevulde tank en onze benen even gestrekt te hebben, zetten we onze reis voort naar het Wind Cave National Park, wat nog zo’n 40 kilometer was.

Het Wind Cave National Park is een van de weinige parken waar je geen entree hoeft te betalen, de Nationale Parkenpas was hier dan ook niet nodig. In het park valt bovengronds dan ook weinig te zien. Wind Cave is een drie dimensionaal grottenstelsel wat bestaat uit meerdere lagen (een soort spons). Maar liefst 192 kilometer aan gangenstelsels lopen door deze grotten. Bij het Visitor Center hebben we dan ook een Cave toer geboekt welke ons door een klein deel van deze grotten zou nemen. Ik had gelezen dat deze toer 8x per dag ging. Bleek het 4x te zijn waardoor we bijna 2 uur moesten wachten. Toch besloten om die toer te doen. Nadat we lekker op ons gemak onze chickenwraps naar binnen hadden gewerkt buiten op een bankje, hebben we een kort rondje gelopen bij het Visitor Center. Om 15:15 uur werden we verwacht bij het liftgebouw, iets verderop. Via dit lift gebouw werden we met liften zo’n 200 feet (60 meter) naar beneden in de grot gebracht. Je merkte direct een temperatuurverschil. Waar het buiten zo’n 29 graden was, is het in de Wind Cave het gehele jaar door, ongeacht wat voor weer het aan de oppervlakte is, slechts 11 graden. Hier hadden we al rekening mee gehouden en ons ’s ochtends al gekleed met lange broeken, lange mouwen en een vest mee.

Beneden in de grot kregen we een rondleiding. Onvoorstelbaar hoe men het voor elkaar heeft gekregen om hier paden aan te leggen en de grotten te kunnen verlichten. Helaas was het enorm lastig om hier fatsoenlijke foto’s te maken. Met een statief bij de hand was het lastig om tussen de groep mensen een fatsoenlijk plaatje te kunnen maken. En al had je net even een gaatje, had je één kans voor een foto. De Ranger vertelde ons van tijd tot tijd nog wat verhalen over het ontstaan van de grot en de ontdekking. Dit grottenstelsel is overigens de op 6 na grootste ter wereld. Wat deze grot wel uniek maakt is dat er in deze grot een grote hoeveelheid Calciet is te vinden, die bekend staan als boxwork. Dit bestaat voornamelijk uit Calcium carbonaat. Dit is een van de meest voorkomende mineralen in de aardkorst. Van alle bekende grotten schijnt 95% van alle boxwork formaties zich in Wind Cave te bevinden.

De toer duurde ongeveer anderhalf uur. Via 450 traptreden (omhoog en omlaag) en nauwe doorgangen waar we meer als de helft van de tijd gebukt moesten lopen, zagen we de meest fraaie boxwork formaties. Omdat alles verlicht was, liet de Ranger ons ook even ervaren hoe het eruit ziet als het licht uitging. Zwarter dan zwart was het. Zonder licht kom je met geen enkele mogelijkheid meer buiten. Gelukkig was het maar even voor de show. Na anderhalf uur kwamen we weer terug bij de lift die ons weer aan het oppervlak bracht. Het was 17:00 uur geweest en vanaf hier nog een half uurtje naar ons hotel in Custer. De omgeving was na Windcave al een stuk mooier. We bevonden ons inmiddels in de Black Hills. Alhoewel we maar een klein stukje gezien hebben, smaakt het zeker naar meer!

Na het inchecken en de koffers gedropt te hebben, zijn we wat gaan eten. Direct na het eten zijn we doorgereden naar Mount Rushmore, de beruchte berg met de 4 presidenten uit het steen gehakt. We waren hier om 20:45 uur. Het was inmiddels al zo goed als donker. Het was enorm druk hier met auto’s. Gelukkig kunnen we met de parkeerkaart een jaar lang parkeren hier waardoor we dus komende dagen nog eens terug kunnen gaan. Omstreeks 21:00 uur begon de dagelijkse ceremonie in het Amfitheater. Na een speech volgde er een documentaire van zo’n 20 minuten waarin een stuk geschiedenis werd verteld over de 4 presidenten: George Washington, de eerste president van de VS. Thomas Jefferson, de president die grotendeels de onafhankelijkheidsverklaring heeft ontworpen. Abraham Lincoln, die de grootste interne Amerikaanse Crisis, de Amerikaanse burgeroorlog, in zijn ambtstermijn meemaakte. En als laatste Theodore Roosevelt, die onder andere voor bescherming van de Nationale Parken heeft gezorgd en hij stichtte een ministerie voor handel en arbeid.

Kortom, deze 4 presidenten symboliseren de eerste 150 jaar van de historie van de Verenigde Staten. Na de ceremonie en de documentaire volgde nog het Amerikaanse volkslied wat uiteraard door de meeste Amerikanen werd meegezongen. Het patriotisme spat er van alle kanten af en ze zijn oprecht trots op hun land. Na het volkslied gingen de schijnwerpers aan en zagen we in het donker de 4 opgelichte hoofden van de 4 presidenten. Je hebt dit plaatje al tal van keren op internet, tv, films etc. etc. gezien, maar als je er zelf echt voor staat is het toch wel bijzonder! Het was best boeiend om dit geheel een keer mee te maken.

Omstreeks 22:30 uur moesten we in het pikdonker nog zo’n 30 kilometer terug naar Custer. Er werd al gewaarschuwd om extra voorzichtig te zijn in verband met veel overstekend wild. Helaas zijn we er niet helemaal ongeschonden vanaf gekomen. Het was geen hert gelukkig, maar wel een konijntje wat vol onder de auto kwam. Tja, die dingen gebeuren. Verder weer heelhuids op het hotel aan gekomen.

Morgen gaan we Custer State Park, hier in de omgeving verder bekennen. Er is genoeg te zien! Voor nu zeggen wij alvast welterusten!